Tag(s):
Vereniging
Bij grote waterbouwprojecten kan de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten een onzichtbare maar reële bedreiging vormen. Martens en Van Oord combineert specialistische kennis met innovatieve technieken om deze risico’s in kaart te brengen, explosieven op te sporen en veilig te verwijderen. Hun eigen ontwikkelde 3-in-1 multitool speelt daarbij een belangrijke rol.
Bij grote waterbouwprojecten kan de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten een onzichtbare maar reële bedreiging vormen. Martens en Van Oord combineert specialistische kennis met innovatieve technieken om deze risico’s in kaart te brengen, explosieven op te sporen en veilig te verwijderen. Hun eigen ontwikkelde 3-in-1 multitool speelt daarbij een belangrijke rol.
Bij vrijwel elk grootschalig waterbouwproject komt dezelfde vraag terug: liggen er nog explosieven in de bodem? Nederland kent duizenden verdachte gebieden, zowel op land als in waterbodems. Voor waterbouwers betekent dat een serieuze uitdaging. Zo kan de aanwezigheid van oude explosieven de voortgang van projecten vertragen, de veiligheid van medewerkers in gevaar brengen en aanzienlijke kosten met zich meebrengen.
Het opsporen van ontplofbare oorlogsresten begint met een historisch vooronderzoek door de opdrachtgever of aannemer. Gecertificeerde medewerkers bestuderen oude kaarten, archieven en luchtfoto’s om te bepalen of er kans is dat er explosieven aanwezig zijn. “Vervolgens maken wij of de opdrachtgever een risicoanalyse die inzicht geeft waar en hoe diep de resten zich bevinden”, licht Bart Wytenburg toe. Hij is veiligheidsdeskundige bij Martens en Van Oord. Daarna gaan de medewerkers het veld in met detectiemiddelen zoals metaaldetectors, magnetometers of grondradar. Als ze verdachte objecten vinden, leggen de medewerkers deze zorgvuldig bloot en worden ze geïdentificeerd.
Strikte regels en certificering
Objecten met tot een Netto Explosief Gewicht van 10 kilogram mag Martens en Van Oord zelf opslaan in een speciale container, de zogeheten VTVS (Voorziening Tijdelijk Veiligstellen van de Situatie). Voor grotere objecten, zoals vliegtuigbommen, schakelt het bedrijf specialisten in van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD). Deze brengen de explosieven naar een springlocatie van de betrokken gemeente, waar ze tot ontploffing worden gebracht.
Explosievenonderzoek mag in Nederland alleen worden uitgevoerd onder het strikte Certificatieschema Opsporen Ontplofbare Oorlogsresten (CS-OOO) en, voor historisch vooronderzoek, het CS-VROO-01. Deze regels moeten deskundigheid, kwaliteit en veiligheid waarborgen. Branchevereniging VOMES bewaakt samen met overheid en kennisinstituten de ontwikkeling van deze kaders en ondersteunt bedrijven bij professionalisering. De certificering zelf ligt in handen van TÜV Nederland, de enige aangewezen instelling op dit terrein. “Onze mensen beschikken uiteraard over de benodigde kennis, opleidingen en certificeringen”, aldus Wytenburg.
Innovatieve multitool
Martens en Van Oord ontwikkelde in 2019 een 3-in-1 multitool. Het apparaat combineert baggeren, detecteren en grijpen in één handeling en beperkt zo de inzet van duikers tot een minimum. De multitool is bevestigd aan een kraan op een werkschip. “De inzet van de multitool scheelt niet alleen kosten maar is ook veiliger”, stelt Joeri van Hees, werktuigbouwkundig ingenieur bij Martens en Van Oord. Ingenieurs van het bedrijf hebben het apparaat onlangs doorontwikkeld. Het is nu voorzien van twee hoge resolutie Blueprint sonars en een geavanceerd multisonde-detectiesysteem van Vallon met vier magnetometers. Met deze upgrade is de multitool breder inzetbaar en nog efficiënter in gebruik.
Met behulp van de magnetometers lokaliseren de medewerkers nauwkeurig de positie van een verdacht object. De sonars maken het mogelijk om objecten vanuit verschillende posities waar te nemen en te beoordelen, zelfs bij slecht zicht of troebel water. Daarna zuigen of spoelen ze het object rondom vrij om het te identificeren.
Spoorbrug bij Ravenstein
“We hebben de multitool dit jaar ingezet bij werkzaamheden bij de spoorbrug over de Maas bij Ravenstein om grotere explosieven op te sporen en veilig te stellen”, vertelt Van Hees. “We hebben verschillende soorten explosieven gevonden en veiliggesteld.” De medewerkers vonden ook scheepsankers, staaldraadkettingen, tonnen en ander materiaal dat door schippers overboord was gegooid. Een magnetometer registreert immers alleen een massa ijzer, zonder onderscheid te maken tussen een onschuldig object of een explosief. Na de detectie werd het zandwielenponton Roeroord ingezet. Deze installatie verwijdert kleine objecten, zoals explosieven tot 10,5 centimeter uit opgebaggerd zand en grind. Grotere objecten worden niet opgebaggerd en zijn al verwijderd met de multitool. Deze worden na identificatie veiliggesteld in de VTVS. Fosforgranaten worden onder water bewaard omdat ze bij contact met zuurstof kunnen ontbranden.
Instabiele zeemijnen
Ook bij kabelaanlandingen van windmolenparken in Duitsland en Nederland bewees de multitool zijn waarde, vult projectleider Rob Jansen aan. Zo werden in de Noordzee bij Duitsland zestien bommen, grote granaten en zeemijnen opgespoord. Omdat een deel van deze explosieven te instabiel was, haalden duikers met speciale netten tien objecten naar boven om de ontstekingen niet te beschadigen. De Duitse Explosieven Opruimingsdienst bracht de munitie vervolgens tot ontploffing. De zeemijnen waren dermate instabiel dat ze met luchtballonnen naar de oppervlakte moesten worden gebracht. De Duitse EOD brengt ze later dit jaar nog tot ontploffing.