Tag(s):
Vereniging
Toekomstmakers: dat is het motto van Hogeschool Rotterdam. En dat geldt volgens Harry Dommershuijzen, als docent en afstudeercoördinator verbonden aan de minor Waterbouw, ook in hoge mate voor ‘zijn’ studenten. “We laten onze minorstudenten op theoretische en praktische manieren kennismaken met waterbouw in al zijn facetten. Dat doen we in nauwe samenwerking met aannemers, overheden – waaronder Rijkswaterstaat – en de Vereniging van Waterbouwers. We willen aansluiten bij actuele ontwikkelingen en vraagstukken uit de praktijk. We willen dat onze afstudeerders verandering, ontwikkeling en innovatie in het werkveld aanjagen en verder brengen.”
Toekomstmakers: dat is het motto van Hogeschool Rotterdam. En dat geldt volgens Harry Dommershuijzen, als docent en afstudeercoördinator verbonden aan de minor Waterbouw, ook in hoge mate voor ‘zijn’ studenten. “We laten onze minorstudenten op theoretische en praktische manieren kennismaken met waterbouw in al zijn facetten. Dat doen we in nauwe samenwerking met aannemers, overheden – waaronder Rijkswaterstaat – en de Vereniging van Waterbouwers. We willen aansluiten bij actuele ontwikkelingen en vraagstukken uit de praktijk. We willen dat onze afstudeerders verandering, ontwikkeling en innovatie in het werkveld aanjagen en verder brengen.”
De minor Waterbouw binnen de Hogeschool Rotterdam kent een stabiele basis. De minor heeft vaste vorm gekregen met kernvakken als baggeren en waterbouwkundige constructies. Toch ziet Harry Dommershuijzen, al 17 jaar verbonden aan de opleiding Civiele Techniek en de minor Waterbouw, de minor veranderen: “Zo’n tien jaar geleden hebben we het vak morfologie geïntroduceerd. We zagen dat de Denen heel kien zijn op vertroebeling van het water en wat dat betekent voor (de werking op de materialen in) waterbouwkundige constructies. Morfologie blijft actueel: we zien bijvoorbeeld dat de Kaderrichtlijn Water van invloed is op de werkwijze van aannemers.”
De gevolgen van klimaatverandering, zoals zeespiegelstijging, piekbuien en verzilting hebben het opleidingsprogramma van de minor eveneens beïnvloed. Dommershuijzen: “Zo’n vijf jaar geleden is het fenomeen hoogwater in ons programma gesijpeld, bijvoorbeeld in het theoretische vak waterveiligheid. In ons projectonderwijs is zee- en rivierwaterstijging een prominent onderwerp.”
Ambachtelijk maken en testen
Niet alleen het milieu zorgt voor wijzigingen in het curriculum, zo zijn digitalisering en het steeds breder beschikbaar worden van grote hoeveelheden data die ondernemingen en overheden meten en verzamelen én open data een reden om studenten in aanraking te laten komen met ‘abstracte’ waterbouw. “We laten onze minorstudenten kennismaken met verschillende datasets en leren ze deze data te gebruiken om watersystemen te analyseren en daardoor beter te begrijpen en te optimaliseren. Daarnaast hebben we vorig jaar, met veel succes en enthousiasme, een heel praktisch vak geïntroduceerd: prototyping. Hier moeten studenten iteratief en ontwerpend tot een oplossing komen. Dat kan redenerend op papier, bijvoorbeeld met data-analyse of constructietekeningen, maar ook heel praktisch met proeven in ons Houtlab, Prototype-lab en Aqualab: ga maar met je handen werken, objecten op schaal maken en testen om te kijken wat er gebeurt. Protoyping in groepsverband staat ook dit jaar weer op de opleidingsagenda. Naast het ambachtelijke maken en testen, leren de studenten hier ook samenwerken.”
Samenwerken in buitenlandse delta’s
Samenwerken gebeurt niet alleen bij de studenten onderling. Ook docenten van verschillende opleidingen (Civiele Techniek, Watermanagement) werken binnen de minor samen. Ook met andere hogescholen en universiteiten in binnen- en buitenland. Zo leidde een paar jaar geleden de viering van 600 jaar Elisabethsvloed tot een online congres waar, tot verbazing van de organisatoren van de Hogeschool Rotterdam, ook veel aanmeldingen uit het buitenland kwamen. “Studenten en docenten uit Japan, Zuid-Afrika, Suriname, Korea en Cambodja logden in, landen met vergelijkbare delta-problematiek. Dat symposium heeft geleid tot het project ‘Ontwikkeling Delta’ én tot uitwisseling. We vinden werken in een andere cultuur en omgeving ook een belangrijk onderdeel van onze opleiding. In de praktijk werken waterbouwers en aannemers, ter plekke maar steeds vaker ook online, samen met mensen uit andere landen, voor andere buitenlandse delta’s. Studenten gaan daar verschillend mee om: de een blijft liever thuis bij papa en mama, terwijl de ander staat te popelen om nieuwe werelden te ontdekken. Dat gebeurt overigens meestal buiten de minor: tijdens de (buitenland)stage in het derde jaar of bij het afstuderen in het vierde jaar.”
Toekomstmakers
Dát zijn dan ook precies de momenten waarop de bedrijven, Rijkswaterstaat of andere overheden de school in komen en waar volgens Dommershuijzen de studenten de waterbouwers inspireren én andersom. “Die onderlinge betrokkenheid is belangrijk. Wij hebben de ambitie om ‘toekomstmakers’ af te leveren. We willen dat onze afstudeerders verandering, ontwikkeling en innovatie in het werkveld aanjagen en verder brengen. Dat kan alleen als je aansluiting houdt met de actuele ontwikkelingen en vraagstukken uit de praktijk. Dat is bijvoorbeeld de reden dat we verplichten om stage te lopen bij een aannemer. En om bij het werkelijke afstuderen ook een onafhankelijke buitenstaander uit de waterbouw te betrekken in de beoordeling. Deze rol is buitengewoon populair. Ik word geregeld gebeld of gemaild of wij behoefte hebben aan een praktisch expert.”
Verbinding met praktijk
De verbinding met het bedrijfsleven en opdrachtgevers is essentieel om studenten goed voor te bereiden op hun toekomst en om ze met alle facetten van de waterbouw in aanraking te brengen. “Het is heel prettig dat de praktijk, aannemers, ingenieursbureaus en overheden, altijd bereid zijn om een gastcollege te verzorgen, om input te leveren voor een project of onderzoek, om een afstuderen mee te beoordelen of om ons curriculum aan te scherpen. Ik merk wel dat het organisaties vaker ontbreekt aan tijd om afstudeerders te begeleiden, maar dat is echt wel nodig. We horen van studenten dat iedereen in de praktijk heel graag een inleiding wil geven op hun specifieke bedrijfsactiviteiten of ze op de eerste dag wegwijs willen maken, maar dat het echte begeleiden op inhoud steeds lastiger wordt. Ik begrijp dat er een medewerkerstekort is en dat tijd schaars is, maar investering in afstudeerders kan ook een nieuwe jonge collega betekenen. Dat zagen we bijvoorbeeld tijdens de opening van het nieuwe studiejaar: twee alumni zijn blijven ‘hangen’ bij hun afstudeeradres. Ze gaven een presentatie en daarmee maakten ze onbewust ook ‘reclame’ voor ‘hun’ bedrijf. Natuurlijk vraagt goede inhoudelijke begeleiding tijd en energie, maar ik zie dat het in de meeste gevallen ook iets oplevert: inspiratie, ideeën en vaak ook een nieuwe collega.”
Ook op de Waterbouwdag
Hogeschool Rotterdam heeft ook nauwe banden met de Vereniging van Waterbouwers. “De vereniging is voor ons een link naar de praktijk. Als ik een lezing, college of kennismaking wil organiseren voor de studenten hoef ik maar te bellen en het wordt geregeld. Daarnaast zijn onze studenten ook welkom op de jaarlijkse Waterbouwdag. Heel fijn om te merken dat ze ook daar gezien worden, niet alleen als mogelijk toekomstige collega, maar ook als genomineerde of winnaar van de jaarlijkse Waterbouwprijs.”
Programma minor Waterbouw
De minor waterbouw aan de Hogeschool Rotterdam duurt een jaar. Het programma heeft een theoretisch en een praktisch deel.
De theoretische vakken zijn:
Morfologie: Hoe beïnvloeden stroming, golven, zeespiegelstijging en menselijk ingrijpen de kust en rivieren? In het Aqualab wordt theorie in de praktijk weergegeven.
Waterveiligheid: Hoe beschermen we land tegen overstromingen en wat zijn klimaatbestendige oplossingen?
Baggeren: Alle facetten van baggeren worden gedoceerd: van onderhoud van waterwegen tot op diepte houden van havens en het opspuiten van land.
Waterbouwkundige constructies: Van remmingswerken tot funderingen van windmolenparken en van dukdalven tot moerpalen.
Waterbouw en data: Hoe zet je meetsensoren in en hoe combineer je die gegevens met open data van water- en riviersystemen. Hoe verwerk je die gegevens en analyses in QGIS en Excel?
In projecten komt de praktijk aan bod:
Project Prototyping: door ontwerpend te onderzoeken en iteratief te bouwen en testen komen studenten tot duurzame en innovatieve oplossingen die ze ook presenteren aan het bedrijfsleven. Projecten waaruit minorstudenten kunnen kiezen zijn:
- Wat als de Maeslantkering niet sluit bij 3 meter?
- Hoe kan het Rotterdamse Noordereiland beschermd worden tegen hoogwater?
- Hoe kan Dordrecht beschermd worden tegen hoogwater?
- (Hoe) kunnen de kademuren rond het RDM-terrein transformeren tot energiefabrieken?
Project Ontwikkeling Delta: In een pressure cooker samenwerken met internationale instituten en buitenlandse studenten aan de problemen rond droogte en zoetwaterbeschikbaarheid in de delta van Cambodja. Dit project wordt afgesloten met een online symposium.
Project Tender: In dit project wordt een aanbesteding gesimuleerd. Om tot een aanbesteding te komen, leren de studenten strategisch denken, samenwerken en oplossingen presenteren die technisch haalbaar, duurzaam en kostenefficiënt zijn.