Login
Logo Waterbouwers

Grootschalige onderhoudswerkzaamheden aan de Maas

In opdracht van Rijkswaterstaat is Boskalis in combinatie met Van Oord inmiddels een jaar bezig met de uitvoering van de onderhoudsbaggerwerkzaamheden van rivier de Maas, voornamelijk in Noord-Brabant. In totaal wordt er circa 900.000 m3 klei, zand en grind gebaggerd voor het project Baggerwerk Vaarwegen ZuidNederland fase 2, tussen Den Bosch en Grave. Voor het project werken Rens Smeenk, Uitvoerder bij Boskalis Nederland en Sander Meijering, Manager Projectbeheersing en Omgevingsmanager bij Van Oord, nauw samen. In een gesprek vertellen ze hoe dat in de praktijk eraan toe gaat.

7557_vereniging_van_Waterbouwers

In opdracht van Rijkswaterstaat is Boskalis in combinatie met Van Oord inmiddels een jaar bezig met de uitvoering van de onderhoudsbaggerwerkzaamheden van rivier de Maas, voornamelijk in Noord-Brabant. In totaal wordt er circa 900.000 m3 klei, zand en grind gebaggerd voor het project Baggerwerk Vaarwegen ZuidNederland fase 2, tussen Den Bosch en Grave. Voor het project werken Rens Smeenk, Uitvoerder bij Boskalis Nederland en Sander Meijering, Manager Projectbeheersing en Omgevingsmanager bij Van Oord, nauw samen. In een gesprek vertellen ze hoe dat in de praktijk eraan toe gaat.

Planning

Het baggeren gebeurt in 18 verschillende vakken langs de Maas. Het zijn een aantal vakken waar de vaarweg is dichtgeslibd, waardoor het er ondiep is geworden. Het zand wordt weggebaggerd tot het gewenste niveau, zodat het voldoende diepgang heeft voor de schepen. Schepen met scheepvaartsklasse Va kunnen na de werkzaamheden dan de Maas weer op. “Er is een aantal jaar geen onderhoud meer geweest in dit gebied. Daardoor is het nu echt noodzakelijk om te baggeren. In mei 2021 zijn we begonnen met de uitvoering en we verwachten eind dit jaar het project te kunnen afronden,” zo geeft Meijering aan.

Samenwerking

“Soms zijn we elkaars ‘concullega’s, maar in dit geval is het meer. Het vormt geen belemmering voor onze goede samenwerking. We trekken gezamenlijk op binnen het project en kijken letterlijk met elkaar mee. Daardoor zetten wij het beste materieel in van de twee bedrijven. In dit geval gebruiken we twee kraanschepen, een zandzuiger en een peilboot. Het is wel mooi dat dat kan,” aldus Smeenk. Sander Meijering is het daarmee eens. “We vullen elkaar aan. Niet alleen met materieel, maar ook met deskundigheid. We communiceren open en eerlijk naar elkaar en gezamenlijk gaan we voor het beste eindresultaat. Om dat te bereiken wordt ook nauw samengewerkt met opdrachtgever Rijkswaterstaat. We vormen één team en dat is fijn werken zo.”

Werkwijze

Smeenk licht de werkzaamheden toe. “Voordat er gebaggerd kan worden in een vak wordt de bodem in kaart gebracht. Dat doen we met een peilboot. We hebben nog een aantal vakken waar gedetecteerd moet worden op niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. We vinden van alles. We hebben al 9 granaten gevonden, maar ook een aantal autowrakken, een gasmasker en magnetron/oven, een anker en zelfs een aluminium bootje. Die ruimen we uiteraard eerst op voordat we beginnen met de baggerwerkzaamheden.”

Praktijk

Smeenk licht de praktijk toe. “Regelmatig doen we een peiling. Dan weten we de actuele bodemligging. Vervolgens brengen we de bemanning van de kraanschepen en zandzuiger op de hoogte van de resultaten en de uit te voeren werkzaamheden gedurende de werkweek. De schippers vertellen dan ook waar ze in de praktijk tegenaan lopen. Afhankelijk van het soort materiaal en de dikte ervan, is soms meer of minder tijd vereist. Samen bepalen we dan de planning. De rest van de week hebben we vooral telefonisch contact om de vorderingen in de gaten te houden. Meijering vult aan. “We willen zo efficiënt mogelijk werken. Daarvoor moeten we de productie, maar ook de afzet goed in de gaten houden. Soms gebeuren er onverwachte dingen. Bijvoorbeeld als materieel kapot gaat, dat dan vervangen moet worden. Maar we proberen de werkzaamheden zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten, zodat het productieproces kan blijven doorgaan.”

Uitdagingen

Meijering geeft aan dat het baggerwerk op zich niet heel complex is. De uitdaging zit hem vooral in de onverwachte zaken die de planning verstoren en omgevingsfactoren waar we mee te maken hebben. “We willen zo min mogelijk hinder veroorzaken. We hebben bijvoorbeeld te maken met 5 veerponten over de Maas. Die moeten we soms tijdelijk aan de kant leggen voor werkzaamheden, bijvoorbeeld voor het verwijderen van autowrakken of kabels. We krijgen gelukkig alle medewerking van de Stichting De Maasveren, die vinden dat ze er zelf ook baat bij hebben dat dit gebeurt.”

“Bij de baggerwerkzaamheden staan we telkens voor verrassingen. Soms komen we onbekende kabels en leidingen tegen waarvan we de diepte niet eens weten. We zijn afval, een teervat en asbest tegen gekomen tijdens het baggeren. Ook stuiten we soms op klei op locaties waar we zand verwachten. Een alternatieve verwerkingslocatie moet dan beschikbaar zijn.”

Vijftien autowrakken

Meijering: “Ons projectdoel is om de Maas schoner achter te laten dan dat deze nu is. We doen dit vanuit een duurzaam en maatschappelijk oogpunt. Inmiddels hebben we al een aantal autowrakken gevonden en opgeruimd. De container zit nu helemaal vol. Het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) komt dan eerst de auto’s checken of het chassisnummer of kenteken geregistreerd staat. Daarna mogen we ze pas afvoeren naar een erkende verwerker.”
Smeenk: “Het is wel een uitdaging om een auto uit het water te hijsen. Het vergt nogal wat voorbereiding om ervoor te zorgen dat er geen olieverspreiding plaatsvindt bij het omhoog takelen.”

Weersinvloeden

Smeenk geeft aan dat het weer ook van invloed kan zijn op de baggerwerkzaamheden. “Soms hebben de baggerschepen last van de mist. Dan beginnen ze zo twee uur later. We hebben ook last gehad van hoog water. Met de overstromingen in Limburg hebben we bijvoorbeeld 2 weken stilgelegen omdat de sluizen gesloten waren. We baggerden destijds net in Lith toen de overstromingen begonnen. Er is toen in 2 dagen tijd 50.000 kuub zand bijgespoeld. Dat leverde een maand extra baggerwerkzaamheden op om al het aangespoelde zand weer weg te halen. We konden dus weer van voren af aan beginnen.”

Circulair hergebruik

Meijering geeft aan dat zowel Boskalis als Van Oord proberen het zand zo duurzaam en rendabel mogelijk in te zetten. Het grove zand gaat naar de metsel en betonindustrie. Het fijne zand dat vrijkomt wordt verkocht als ophoogzand. Veel van het zand wordt in de directe omgeving afgezet wanneer dat lukt. We hebben ook zand gebruikt voor een ander project van Boskalis in Rotterdam.”

Meer informatie: www.vanoord.com en www.boskalis.com