Tag(s):
Extern, Tag(s):Materieel
Reimerswaal Dredging startte in 1966 met een gelijknamig schip van 400 m3. Met dit eerste schip voer en werkte de opa en later ook de vader van Jos den Herder op de binnenwateren. Bij vervanging door een twee keer zo groot schip, De Reimerswaal, kon het familiebedrijf de zee op. Met de komst van een tweede schip, De Orisant, werd het werkterrein nog groter. Maar om het werk te kunnen doen, is onderhoud en docking geen overbodige luxe. Hoe gaat het familiebedrijf om met de verplichte docking en de bijbehorende certificering?
We spreken Den Herder; hij is kapitein en samen met zijn vader eigenaar van Reimerswaal Dredging. Het liefst zit hij op het water. Toch werkt hij sinds een half jaar voornamelijk aan wal. “We zijn van plan verder te groeien en hebben het voornemen om een nieuw schip te gaan bouwen. Dat betekent dat ik niet meer meedraai in de vaarploeg.” Maar, zo blijkt later in het gesprek, Den Herder grijpt kansen aan om aan boord te gaan. Nu één van zijn bemanningsleden een kleine krijgt, neemt hij zijn dienst over rond de uitgerekende datum. “Varen is het mooiste wat er is. Het enige wat mij en onze andere kapiteins tegenstaat, is de toenemende papierwinkel.”
Administratie is volgens Den Herder een flink nadeel van de door de overheid verplichte docking en bijbehorende certificering. “Maar verder zien wij dit alles eigenlijk als een extra check op ons onderhoud en veiligheid.” Twee keer per vijf jaar moeten de schepen De Reimerswaal en De Orisant in een werf ‘droog’ komen voor de verplichte inspectie. “We gaan altijd met de kerstperiode droog. Dit komt onze klanten aan wie wij grind leveren het beste uit. Met De Orisant hebben we in september een heel goede ervaring opgedaan in een dok in Fredrikshaven. Dat is ons heel goed bevallen. Denemarken is voor De Orisant trouwens een goede plek, we varen daarmee veel in Deense wateren. Voor De Reimerswaal is uitwijken naar het buitenland logistiek lastiger. We varen met dit schip altijd in de buurt van Nederland.”
Docking is volgens Den Herder het verlengde van je eigen onderhoudsplan én een extra check. “Als je het zo bekijkt, is het geen gedoe meer, maar juist fijn dat iemand van buiten met een kritische blik naar jouw schip kijkt. Misschien hebben wij wel blinde vlekken.” Den Herder kijkt wel met gefronste wenkbrauwen naar de vele certificeringen. “Soms zijn het regels op regels. Alles wordt alleen maar meer. Mijn vader had vroeger twee mappen met papieren. Nu hebben we bij wijze van spreken een bibliotheek vol.” Tijdens het varen en lossen voert de bemanning – onder wie altijd een paar vaklassers – tussendoor veel onderhoud uit. “Wij kunnen bijvoorbeeld droog lossen in 2,5 uur, maar op sommige plekken hebben ze er 8 uur voor nodig, omdat we op een walinstallatie moeten lossen. In die wachttijd kunnen we mooi ons leidingwerk en componenten controleren, opknappen of overhalen.”
Ook aan wal treft Reimerswaal Dredging veel voorbereidingen voor eigen onderhoud. “We hebben een eigen loods met draai- en freesbanken en drie vaste technici. Daarnaast werken we met een groep zzp’ers. We leggen onze schepen om de twee à drie jaar in het droogdok om alles te controleren, repareren en vervangen: van rubbers tot hydrauliek en van boegschroeven tot schroefassen. In zo’n periode kunnen we opschalen met onze vaste zzp’ers. Je kunt natuurlijk wachten op die verplichte docking, maar als je in zout water vaart en grind verwerkt dan weet je dat materiaal hard slijt. Onderhoud hoort bij het varen, zoals die certificering bij de verplichte docking hoort.”
Meer informatie: www.reimerswaaldredging.com