
Ieder drijvend werktuig moet voor 2019 gecertificeerd zijn!
Stand van zaken Certificering Drijvende WerktuigenDe tijd gaat dringen en de Vereniging van Waterbouwers werkt met de leden intensief aan dit belangrijke waterbouwdossier. Nog niet alle facetten van het certificeringsdossier zijn duidelijk maar de waterbouwers hebben op verschillende punten concrete stappen kunnen maken. Reden genoeg voor een terugkoppeling op de stand van zaken.
Overgangsbepaling 'geen klaarblijkelijk gevaar': bestaand materieel voor 1 november 2018 aanmelden
Voor drijvende werktuigen in de vaart vóór 2009 kan tot 30 december 2018 gebruik worden gemaakt van de overgangsbepaling 'geen klaarblijkelijk gevaar'. Een expert beoordeelt dan o.a. de volgende punten:
- Cascosterkte en huiddikte,
- Stuurwerk en stuurmachine (incl. stuurautomaat indien aanwezig),
- Vrij zicht,
- Ankerinrichting,
- Gasinstallatie (indien aanwezig),
- Brandveiligheid (handblussers en indien aanwezig vaste blusinstallatie),
- Reddingsmiddelen,
- Manoeuvreereigenschappen (kunnen met een proefvaart worden aangetoond),
- Achterstallig of matig onderhoud.
Als het bestaande materieel niet vóór 1 november 2018 bij een keuringsinstantie is aangemeld is de overgangsbepaling niet van toepassing en geldt de volledige technische richtlijn. Vanaf oktober wordt de technische richtlijn ingetrokken en zijn de technische vereisten neergelegd in ESTRIN 2017(1) en bijlage 13.12 bij de Binnenvaartregeling.
Indien het niet mogelijk is (capaciteitsprobleem) het certificaat uiterlijk 30 december 2018 af te geven, dan wordt met de aanvrager een termijn afgesproken waarbinnen het vaartuig wél wordt gecertificeerd. Bij tijdige aanmelding voor 1 november aanstaande wordt een 'Verklaring van opdracht tot certificatie bestaand drijvend werktuig' verkregen. Met deze verklaring mag een drijvend werktuig na 30 december 2018 binnen Nederland blijven varen.
Let op: met deze verklaring mag niet in het buitenland worden gevaren. Drijvende werktuigen die internationaal worden ingezet dienen voor 30 december 2018 te beschikken over een CvO/CBB. Na 30 december 2018 worden deze vaartuigen aangemerkt als nieuwbouw en dienen dan te voldoen aan de volledige technische richtlijn.
Kleinschalig materieel / “Regeling tot wijziging van de Binnenvaartregeling in verband met de toevoeging van een bijlage met voorschriften voor kleine drijvende werktuigen"
De Vereniging van Waterbouwers heeft intensief aandacht gevraagd voor de knelpunten voor met name het kleinschalige materieel. Dit omdat het kleinschalig materieel simpelweg niet kan voldoen aan alle technische vereisten.
De vereniging is dan ook blij dat de waterbouwers in goede samenwerking met Cumela Nederland, ministerie Infrastructuur en Waterstaat, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en keuringsinstanties een regeling voor de kleinere drijvende werktuigen tot stand hebben gebracht.
Deze regeling versoepelt de technische vereisten voor kleinschalig materieel en is van toepassing op drijvende werktuigen die werkzaamheden uitvoeren op wateren van zone 4 in Nederland en waarvan:
- De lengte <20 meter bedraagt,
- Het volume, berekend uit het product lengte (L) x breedte (B) x diepte (D) <100 m3 bedraagt,
- De kiel niet voor 30 december 2008 is gelegd.
Dit kleinere materieel is ook certificaatplichtig maar de regeling is toegesneden op het specifieke vaargebied en de geringe omvang van deze vaartuigen. Oudere kleine drijvende werktuigen worden tot 31 december 2018 gecertificeerd op basis van de overgangsbepaling 'geen klaarblijkelijk gevaar' Door de keuringsinstanties wordt getoetst of zij geen klaarblijkelijk gevaar opleveren. Zoals ook eerder genoemd in deze nieuwsbrief. Het specifieke pakket aan technische eisen voor kleinere drijvende werktuigen is neergelegd in de “Regeling tot wijziging van de Binnenvaartregeling in verband met de toevoeging van een bijlage met voorschriften voor kleine drijvende werktuigen". Deze regeling treedt met ingang van 7 oktober 2018 in werking.
Koppelpontons gebruikt in samenstellen
Ook met de diverse type koppelpontons-gebruikt-in-samenstellen verwacht de vereniging problemen. De koppelpontons zijn meegenomen in de proefcertificering en uit de veiligheidsrapporten volgen duidelijk diverse knelpunten waar geen kant-en-klare oplossing voor bestaat. De Vereniging van Waterbouwers blijft actief aandacht vragen voor de grote financiële en operationele gevolgen voor de waterbouwbranche.
De input van de waterbouwers heeft ertoe geleid dat ILT in april middels een presentatie internationaal aandacht heeft gevraagd voor de problematiek met betrekking tot de wijze van certificering van koppelpontons in samenstellen. De Vereniging van Waterbouwers is nauw betrokken geweest bij het maken van deze presentatie. De presentatie is internationaal goed ontvangen en heeft als resultaat dat Nederland een voorstel voor een dienstinstructie c.q. administratieve aanwijzing mag opstellen.
Recentelijk hebben de waterbouwers samen met het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) een positief en constructief gesprek gehad met ILT. Positief is dat ILT wil meedenken en meewerken aan een werkbare regeling voor de wijze van certificering van koppelpontons in samenstellen.
Om de discussie beter te kanaliseren, heeft ILT een schematisch overzicht opgesteld van de verschillende soorten materieel en de van toepassing zijnde wet- en regelgeving inzake certificering. Dat overzicht zal de komende maanden verder uitgewerkt en ingevuld worden. Mede aan de hand daarvan, en in afstemming met de betrokken partijen zal een eerder door ILT opgesteld voorstel, verder aangepast, uitgewerkt en geconcretiseerd worden.
Afgesproken is dat partijen in augustus in breder verband weer bijeenkomen. Dit alles om in september internationaal een zo concreet mogelijk Nederlands voorstel te kunnen presenteren. De Vereniging van Waterbouwers zal haar leden blijven informeren over de stand van zaken met betrekking tot de wijze van certificering van koppelpontons in samenstellen.
Drijvende werktuigen versus mobiele motoren
Het na 30 december 2018 aangemerkt worden als nieuwbouw zal op grond van de NRMM (Non-Road Mobile Machinery) verordening ook gevolgen hebben voor bestaande motoren van/aan boord van drijvende werktuigen niet zijnde Fase V . De NRMM-verordening geldt voor alle nieuw te plaatsen binnenvaartmotoren voor zowel nieuwbouw als voor her-motorisering. Per 1 januari 2019 moeten nieuw aangeschafte hoofd- en hulpmotoren in de binnenvaart met een vermogen onder de 300 kW voldoen aan Fase V. Voor nieuwe hoofd- en hulpmotoren met een vermogen boven de 300 kW gaan de Fase-V-emissie-eisen per 1 januari 2020 in. Gezien de grote financiële en operationele gevolgen voor de waterbouwbranche heeft de Vereniging van Waterbouwers hier intensief input geleverd.
Aanvankelijk leek het erop, dat deze (mobiele) motoren, vanwege de definitie van geïnstalleerd als nagelvast, volgens de Nederlandse versie van het betreffende voorschrift, aan de strengste binnenvaarteisen zouden moeten voldoen (NRMM Fase 5). De Nederlandse Delegatie (ministerie van I&W en ILT) heeft echter aangegeven dat deze interpretatie niet correct is. Volgens hen wordt bedoeld, dat de niet-geïnstalleerde motoren niet aan de eisen voor de schepen (die strenger zijn dan voor de landmachines) hoeven te voldoen, maar aan de gewone, op de betreffende machine van toepassing zijnde eisen.
De Engelse tekst van dit voorschrift is leidend, maar om discussie en interpretatieproblemen te voorkomen heeft de Vereniging van Waterbouwers de Nederlandse overheid dringend verzocht dat de beoogde bedoeling/interpretatie ook in de Nederlandse tekst duidelijker wordt geformuleerd.
De Vereniging van Waterbouwers wacht nog even de terugkoppeling af van de Nederlandse delegatie. Maar voorzichtig kan gesteld worden dat het er nu al een stuk beter uitziet voor het gebruik van mobiele machines (motoren) in de waterbouwpraktijk: bestaande mobiele machines kunnen voorlopig nog worden gebruikt.
Certificeringsdossier: waar te beginnen?
Op het besloten gedeelte van de website van de Vereniging van Waterbouwers staat het volledige certificeringsdossier. Hier zijn de memo certificering van drijvende werktuigen, de memo de wijze van certificering van koppelpontons in samenstellen en de memo vergroening binnenvaart beschikbaar.
Meer informatie: Chantal Schillemans, telefoon: 070 349 07 08.