Maritiem Arbeidsverdrag
In februari 2006 is binnen de International Labour Organisation (ILO) het Maritiem Arbeidsverdrag (MAV) tot stand gekomen. Dit verdrag bepaalt het minimum niveau van arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in de zeescheepvaart. Daarmee vormt het MAV naast verdragen als SOLAS, MARPOL en STCW de vierde zuil van de internationale scheepvaartwetgeving. Sinds 2006 is de Vereniging van Waterbouwers (deels via de Europese brancheorganisatie EuDA) betrokken bij de invoering van het MAV in Nederland. Daarbij gaat het in de eerste plaats over het vaststellen van de teksten van de wet- en regelgeving. Daarnaast is het uiteraard van belang op welke wijze schepen het certificaat kunnen behalen, waarmee wordt aangetoond dat de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden aan boord voldoen aan de gestelde eisen. In dit traject trekt de Vereniging van Waterbouwers op met de sociale partners in de zeescheepvaart (waterbouw, koopvaardij en visserij) binnen de Vereniging Platform Maritiem.
Wij vinden het van groot belang dat de Nederlandse wet- en regelgeving zo dicht mogelijk bij de verplichte bepalingen uit het verdrag blijft. Daarnaast richt de vereniging zich op de uitvoerbaarheid van de wetgeving op zeegaande vaartuigen in de waterbouw. Zo is bijvoorbeeld het Maritiem Arbeidsverdrag voor de internationale zeescheepvaart geschreven. Dit betekent dat de regelgeving vooral gericht is op het vervoer van goederenschepen. In de waterbouw zijn echter traditioneel veel werkschepen en stationair materieel (i.e. werktuigen zonder eigen voortstuwing) actief. En dit vraagt om maatwerk in de regelgeving en uitvoering.
Het dossier Maritiem Arbeidsverdrag wordt binnen de Vereniging van Waterbouwers behandeld door de Kerngroep Sociale en Bemanningszaken.